Project

Van kannibalisme naar versterken: de kracht van de scholengroep

Zes scholen in dezelfde stad, met één schoolbestuur. Dat leidt tot de vraag hoe die scholen ieder hun positie kunnen claimen, zonder elkaar daarbij in de weg te zitten. En hoe hun leerlingen kunnen profiteren van de voordelen die het samenwerken als groep met zich meebrengt.

Scholengroepen kunnen veel winst halen uit het centraal regelen van zaken, zoals personeelsbeleid, inkoop en administratie. Ook kunnen ze leren en gebruikmaken van elkaars sterke kanten. Toch kunnen er spanningen ontstaan als scholen van dezelfde groep leerlingen verliezen aan elkaar, waardoor school A te klein wordt en school B juist uit haar voegen barst. Zo komen scholen onbedoeld tegenover elkaar te staan en verdampen de kansen voor samenwerking en kennisuitwisseling als sneeuw voor de zon.

 

Allemaal bestaansrecht

De Purmerendse ScholenGroep ging samen met BOOM een traject aan om op basis van onderzoek keuzes te kunnen maken over de toekomst van de groep en de individuele scholen. Strategisch adviseur Joop Maas: “Onze filosofie is dat iedere school binnen een groep succesvol kan zijn – en een stabiele instroom kan genereren – zonder te kannibaliseren op een collega-school. Dat lukt alleen als iedere individuele school zichzelf goed leert kennen: waar sta je voor, waar ben je sterk in, wat is de kracht van je team en welke toegevoegde waarde biedt dat jouw leerlingen? Als iedere school dat goed beseft, intern en extern consequent uitdraagt én alle processen in de school hierop afstemt, krijgt de school een heel duidelijk gezicht en een sterke eigen identiteit. Dat trekt díe scholieren aan die daadwerkelijk bij de school passen. Wat voorkomt dat je op verkeerde gronden de concurrentie aangaat met collega-scholen. Sterker nog: als je dit goed doet en je herkent op jouw Open Dag een scholier die beter past bij een andere school, dan ben je zelfbewust genoeg om hem of haar door te verwijzen. Want die leerling komt dan beter tot z’n recht bij de ander. Als iedere school op zo’n manier op zijn eigen kracht kan vertrouwen, voelt niemand zich bedreigd door elkaar of elkaars succes. De eigen instroom is dan niet meer afhankelijk van hoe goed of slecht de ander het doet. Pas dan voelt het écht veilig om samen te werken. Iedereen kan dan vol gaan voor de samenwerking en het uitwisselen van kennis en ervaring. Zo word je individueel én als groep sterker”.

 

Zes positioneringen

Om naar deze situatie toe te werken, is voor elk van de zes Purmerendse scholen een positioneringstraject gestart: voor Jan van Egmond Lyceum, Da Vinci College, SG Nelson Mandela, SG Gerrit Rietveld, SG W.J. Bladergroen en SG Antoni Gaudi. Uitgebreid onderzoek en strategische sessies gaven per school inzicht in de betekenis, eigenheid, krachten, verbeterpunten en beloftes van alle scholen. Maas: “Eén van de instrumenten die we gebruiken om de identiteit van iedere school concreet te maken, is een waardenkompas bestaande uit vijf kerneigenschappen van de school. Dat zijn vijf specifieke begrippen die niet op zichzelf staan, maar als geheel het unieke karakter van de school vatten. Uit het onderzoek en de strategische sessies kwamen voor de scholen zes unieke kompassen naar voren. Zonder dat er ‘ingrepen’ nodig waren, bleek dat alle scholen voldoende eigenheid in huis hebben om zich te onderscheiden en bestaansrecht te claimen”.

 

Voorheen hadden de scholen de neiging om bij elkaar af te kijken wat er goed werkte, om daarmee dan in diezelfde vijver met potentiële leerlingen te gaan vissen. Op die manier gingen ze steeds meer op elkaar lijken.

Peter Reenalda (voorzitter College van Bestuur, Purmerendse ScholenGroep)

 

Inzicht in kansrijke samenwerkingen

Ook bleek dat twee setjes van twee scholen een voldoende gezamenlijke basis hebben om nadrukkelijker samen te werken in elkaars nabijheid, waardoor brede mavo/havo/vwo-locaties tot stand kunnen komen. Het traject en de daaruit voortgekomen adviezen gaven ook zicht op andere manieren waarop de scholen elkaar kunnen vinden en versterken; juist omdat nu scherper is gesteld waar iedere school wel of juist niet van is. Dat geldt bijvoorbeeld voor het technasium dat door Jan van Egmond Lyceum en Da Vinci College samen wordt opgericht en opgezet, maar op beide scholen andere accenten kan krijgen: een meer academische en op presteren gerichte benadering van de één tegen de meer wereldse en op duurzaamheidsthema’s gerichte aanpak van de ander.

 

Trots en positieve energie

Peter Reenalda, bestuursvoorzitter van de Purmerendse ScholenGroep geeft aan dat het positioneringsproces aardig wat heeft losgemaakt en de scholen veel oplevert: “Voorheen hadden de scholen de neiging om bij elkaar af te kijken wat er goed werkte, om daarmee dan in diezelfde vijver met potentiële leerlingen te gaan vissen. Op die manier gingen ze steeds meer op elkaar lijken. Nu wordt er vooral gehandeld vanuit wat er écht bij de school past; waar de school voor staat. Dat is veel sterker. Naast de duidelijkheid die elke school nu heeft, is er meer trots ontstaan en is er veel positieve energie. Ook is de bereidheid nu groot om vooruit te kijken; we maken grote en mooie stappen met elkaar”.
Maas daarover: “Dat zien wij keer op keer gebeuren na zo’n traject. Op het moment dat je naar boven haalt waar de passie van een schoolteam ligt en dat in verbinding kunt krijgen met wat de doelgroepen en de omgeving belangrijk vinden, geeft dat de energie om verder te bouwen. Vaak wordt gezegd dat organisatieontwikkeling lastig is, omdat mensen van nature weinig bereidheid hebben om in beweging te komen. Maar daarvan is vooral sprake als het een verandering betreft die niet passend is en daarom niet breed wordt gedragen. Het is natuurlijk een heel ander verhaal als er gevraagd wordt om toe te werken naar een (nog) betere versie van jezelf. Je eigen kracht is dan het vertrekpunt en dat levert meer dan genoeg bereidwilligheid op. En veel positieve energie!”.

 

Naast de duidelijkheid die elke school nu heeft, is er meer trots ontstaan en is er veel positieve energie. Ook is de bereidheid nu groot om vooruit te kijken; we maken grote en mooie stappen met elkaar.

Peter Reenalda (voorzitter College van Bestuur, Purmerendse ScholenGroep)

 

Winst behalen

Waar een individuele school al veel baat heeft bij het helder krijgen van de eigen krachten en valkuilen, is de opbrengst van een positioneringstraject bij een scholengroep nog vele malen groter. Maas: “Als de scholen hun identiteit weten te borgen in hun cultuur en alle andere aspecten van de organisatie en samen werken aan professionele communicatie en voorlichting, creëren ze een situatie waarin schommelingen in instroom voorkomen worden, ze niet concurreren maar samenwerken, de voordelen van hun gemeenschappelijkheid optimaal benutten, het verzorgingsgebied en daarmee hun instroom vergroten en het belangrijkste: de leerling beter bedienen. Want die heeft dan daadwerkelijk de keus uit veel écht goede opties”.

Meer interessante artikelen